Olympia Noorse stijl (Op ontdekking in Noorwegen)

Veel dikke Noren hebben we nog niet gezien. Dat komt omdat de gemiddelde Noor evenveel binnen zit als buiten. Iedereen lijkt hier wel aan sport te doen en met de bergen in hun achtertuin is dat dikwijls ook een wintersport. Skien, biathlon, schansspringen, bobsleeën, langlaufen, schaatsen, curling, zelfs iets dat de Noorse combinatie heet (schansspringen + langlaufen, jawel), … het is hier allemaal populair. En in de zomer zijn al die skipistes, langlaufloipes, skischansen, bobsleebanen enzovoort populaire toeristische trekpleisters.

Volgens de Noren is de wintersport bij hen uitgevonden.  Ze vertellen graag het geromantiseerde verhaal van Torstein Skevla en Skjervald Skrukka, twee Birkebeiners die de kleine kroonprins Haakon Håkonsson – de latere Haakon IV – al skiend in veiligheid brachten. We spreken dan van de tijd van de Noorse burgeroorlog, tussen 1130 en 1217, die pas eindigde met het koningschap van Haakon IV. De Birkebeiners en de Bagli vochten jaren om de Noorse troon. Haakon IV was een buitenechtelijk kind van Haakon III, geboren in Bagli gebied na de dood van zijn vader. Om te vermijden dat de kleine jongen zou worden gevangen en gedood door de Bagli, gingen de Birkebeiners hem in 1206 halen. Tijdens hun tocht kwamen ze in een sneeuwstorm terecht en alleen de twee sterkste Birkebeinstrijders konden de reis op hun ski's verderzetten, met het kind in hun armen. Zij brachten de jonge erfgenaam in veiligheid.

Elke Noor kent het verhaal en de jaarlijkse Birkebeinerrennet van Rena naar Lillehammer is immens populair, te vergelijken met de Zweedse Vasalopet (een gelijkaardig verhaal maar jammer genoeg voor de Zweden was dat pas in 1516 😊). Deze langlaufwedstrijd, waarbij de atleten een gewicht van 3.5kg moeten meedragen - het gewicht van baby Haakon – herdenkt elk jaar de verschrikkelijke tocht van de Birkebeiners. Toen de Olympische Winterspelen in 1994 in Lillehammer werden georganiseerd, waren de mascottes van de spelen twee Birkebeinerkinderen die liefkozend Haakon en Kerstin werden genoemd…

De redding van Haakon Håkonsson (Knud Bergslien, 1869)
(Bron: https://nl.wikipedia.org/wiki/Birkebeiner#/media/File:Birkebeinerne_ski01.jpg)
 Noorwegen heeft zelf ook al twee keer de Olympische Spelen georganiseeerd, al zijn dat de Winterspelen, in 1952 in Oslo en in 1994 in Lillehammer. En dan te bedenken dat ze bij de eerste Winterspelen eigenlijk tegen hun zin meededen. Die werden in 1924 voor het eerst georganiseerd maar Zweden en Noorwegen wilden aanvankelijk niet meedoen. Zij hadden hun eigen Noordse Spelen. Bovendien was Noorwegen bag dat de skiwedstrijd in Holmenkollen, die beschouwd werd als de belangrijkste skiwedstrijd ter wereld, aan belang zou inboeten. Toen ze zagen hoe succesvol de eerste Winterspelen echter waren, draaiden ze bij en deden ze toch mee, zij het met lange tanden. Ze kaapten meteen zeventien medailles weg, waarvan vier gouden!


Dat moet een opluchting geweest zijn voor Pierre de Coubertin. De inspiratie om niet alleen Zomerspelen te organiseren kwam immers van Fridtjof Nansen, de Noor die in 1922 de Nobelprijs voor de Vrede had gewonnen voor zijn werk met vluchtelingen voor de Verenigde Naties. De Noorse wetenschapper was in 1888 en 1889 op langlaufski’s de Groenlandse ijsvelden overgestoken en had daar in 1890 een immens populair boek over gepubliceerd.

Lillehammer mocht de Spelen ontvangen in 1994. Ze hielden er een Olympiapark aan over waar niet alleen de buitenlanders gretig een bezoekje aan brengen. Het Olympisch Museum is zeker een bezoekje waard en niet alleen omwille van de honderden medailles, kunstschaatspakjes, oude langlaufski’s etc. … die er tentoon gesteld staan. De bobsleebaan kan je ook in de zomer uitproberen: je raast in iets meer dan een minuut aan een rotvaart naar beneden in een bob op wieltjes. En ook de skischans is populair en het is niet eens de grootste. Die staat nog altijd in Holmenkollen. Ze was voor ons alleszins hoog genoeg om de skilift naar boven te nemen 😊 Eigenlijk is zo’n lege Olympische site een rare plek. Je kan je zo voor de geest halen hoe het er uit ziet als ze volgepakt is met enthousiast supporterende mensen, de spanning voelen van de atleten als ze boven op het schansbankje zitten. Je kan bij wijze van spreken de Olympische vlam zien binnenkomen met één van de Noorse sportgrootheden. Eigenlijk is het jammer dat die vlam niet blijft branden op sites als deze, als ene soort van constante herinnering aan het belang van de spelen. Het klinkt misschien melig maar het is een moment waarop iedereen even vergeet dat er rassen, religies en andere dingen bestaan waarover gevochten kan worden. Dat was al in de tijd van het oude Griekenland. Al wie ooit de werken van Homeros heeft gelzen, weet dat de Griekse stadstaten niet meteen bekend stonden om hun vredig samenleven. Tijdens de spelen heerste er dus een wapenstilstand en kregen de atleten een veilige doorgang. De Olympische vlam is dus een belangrijk symbool van de Olympische Spelen.

Vuur werd in het oude Griekenland ook altijd al als heilig beschouwd. Vuur stond centraal in religieuze rituelen en tijdens de ceremonie die met de antieke Olympische Spelen gepaard ging. Het is tegenwoordig het hoogtepunt van de openingceremonie als de vuurschaal wordt aangestoken met het vuur uit Olympia, om de spelen officieel te starten. De Olympische spelen waren overigens niet de enige spelen, maar wel de belangrijkste in een reeks van vier die gehouden werden in Delphi, Ishtmia, Nemea en Olympia. De spelen in Olympia waren wel de belangrijkste. Deelnemers kwamen van overal in Griekenland. De toorts van de moderne Olympische Spelen wordt nog altijd aangestoken op de plek waar die antieke spelen werden gehouden, in Olympia. Dat gaat gepaard met een heel ritueel in de Tempel van Hera, waarna het vuur van Olympia op reis gaat naar de gaststad van de Spelen. Die vlam mag overigens niet met moderne hulpmiddelen worden aangestoken. De Olympische toorts wordt altijd aangestoken door gebruik te maken van zonnestraken die reflecteren op een grote spiegel. Dat het vuur brandt symboliseert de goedkeuring van de Goden voor deze editie van de spelen.

Met de Griekse goden hebben de Noren evenwel geen uitstaans. Tijdens de Winterspelen van 1952 in Oslo en opnieuw in 1994 haalden de Noren de vlam niet in Olympia maar in Morgedal, een klein dorpje in de Noorse bergen dat bekend staat als de plek waar het moderne skien is ontstaan. Als ze ergens goed in zijn, die Noren, dan schamen ze zich daar ook niet voor 😊

De Griekse skier Giannis Anoniou krijgt het Olympische vuur in de Tempel van Hera in Olympia. Hij  is de eerste van meer dan 14.000 atleten die de Olympische vlam naar Sotchi brengen voor de Winterspelen van 2014.
(Bron: http://2014.rt.com/upload/en/00/02/20/Soc-1.jpg)
Het vuur mag dan uit de Tempel van Hera komen, voor de rest had de godin er weinig mee te maken. De Spelen werden immers gehouden ter ere van Zeus. Vrouwen, niet-Grieken en slaven mochten niet meedoen, maar de vrouwen hadden wel hun eigen Hereaanse Spelen, een sportevenement voor vrouwen dat elke vier jaar werd georganiseerd en waarop de vierjaarlijkse moderne spelen eigenlijk zijn gebaseerd.

Naarmate het Romeinse Rijk en het Christendom dominant werden in de antieke wereld, werden de spelen jammer genoeg verboden. Omdat ze werden gehouden ter ere van de Griekse goden beschouwde de Romeinse keizer Theodosius 1 ze immers als heidense cultuspraktijken. De zot.

Bronnen:
http://en.vest-telemark.no/site/Morgedal/History/The-story-about-the-Winter-Olympic-Flame
https://nl.wikipedia.org/wiki/Fridtjof_Nansen



Reacties

Populaire posts van deze blog

Zuiverende eitjes: egg cleansing

De heksenrunen

De numerologie van je heksennaam